Houtvesten

Onder houtvesten verstaan we bij de Teylersgroep het volgende:

  • kennis van verschillende vuren en houtsoorten
  • kennis van de bijl en de onderdelen hiervan
  • kunnen omgaan met de zaag, bijl en aks
  • ervaring opdoen met hakken, haktechnieken kennen en beheersen
  • voor, tijdens en na het hakken voldoende rekeninghouden met de veiligheidsvoorschriften
  • kennis van bossoorten en natuuronderhoud
  • verstandig omgaan met de natuur

Verschillende soorten vuren die we gebruiken:

Pyramidevuur De basis voor elk vuur. Je bouwt de piramide door van binnen naar buiten hout tegen elkaar te zetten, dat dikker wordt naar gelang je verder van de kern afkomt. Laat aan de windkant de zogenaamde stookgang open, waardoor het vuur kan worden aangestoken.
Pagodevuur Een pagodevuur is een vuur wat vaak gebruikt word voor grote kampvuren. Bij een pagodevuur maak je met grote dikke stammen trapsgewijs een gebouw rondom de piramide gemaakt. Een pagodevuur brand heel erg goed en geeft heel erg veel licht. Het pagodevuur heeft zijn naam te danken aan de oosterse pagodetempels die dezelfde opbouw hebben als een pagodevuur.
Commandovuur Een commando- of dakotavuur is een vuur welke je in een tunnel aanstookt. De opstijgende warme lucht van het vuur uit de ene opening van de tunnel zal koude lucht uit de andere kant van de tunnel aanzuigen. Een commandovuur kun je heel heet stoken, waardoor het heel geschikt is om op te koken en zelfs te frituren.
Jagersvuur Bij een jagersvuur leg je twee dikke balken langs de piramide. Aan de kant waar de wind vandaan komt moeten de balken iets verder uit elkaar liggen. Over de balken leg je een kleine laag zand, zodat deze niet zo snel vlam vatten. Over de balken kun je nu een rooster leggen waarop je pannen kunt zetten of vlees kunt roosteren.

 

Stervuur Bij een stervuur leg je verschillende dikke, droge balken met de punt in de brandende piramide en schuift ze als ze opbranden steeds verder naar het midden. Hierdoor blijft het vuur heel lang branden. Gebruik voor een stervuur niet te veel hout, er moet namelijk nog wel lucht bij kunnen komen. Als de balken die je gebruikt allemaal ongeveer de zelfde dikte hebben, kun je in het midden van een stervuur makkelijk een pan zetten om in te koken.
Reflectorvuur Bij een reflectorvuur maak je van stevige natte blokken hout een reflector. De reflector zet je naar de wind toegekeerd zodat de hitte van het vuur word teruggekaatst. Een reflector vuur is heel geschikt om jezelf warm te houden, maar je kunt het ook gebruiken om hout te drogen, vis en vlees te roosteren of een plat brood te bakken.
Tafelvuur Een tafelvuur is een gesjorde constructie waarop kan gekookt worden. Het open vuur bevindt zich op een meter hoogte, boven een dikke laag graszoden of aarde die op een palenbed liggen. Op de aarde kan een metalen rooster met draagconstructie gezet worden, zodat kookpotten en braadpannen op een 10 cm boven de vlammen stabiel en horizontaal kunnen gezet worden.
Kribbevuur Het kribvuur is eigenlijk hetzelfde als het tafelvuur, alleen heeft de tafel de vorm van een krib.

Hoe maakt je een vuur?

Er zijn drie dingen die je nodig hebt om een vuur te maken: brandstof, zuurstof en ontbrandingstemperatuur. Voor zuurstof hoef je niet zo veel moeite te doen, je moet er alleen voor zorgen dat er genoeg lucht bij het vuur kan. Voor de ontbrandingstemperatuur kun je een lucifer of een aansteker gebruiken. Brandstof is het hout dat je in het bos kunt vinden. Let erop: we halen geen takken van levende bomen of struiken! Dit om twee redenen: als scout ga je goed om met de natuur, je maakt dus geen levende planten kapot. En ten tweede; levend hout bevat nog veel vocht en brand dus veel minder goed.

Vóór je vuur maakt moet je eerst flink wat hout verzamelen. Als je er nog hout bij moet gaan zoeken als het vuur al brandt, heb je kans dat het uit is voor je terug bent. Bovendien mag je een vuur natuurlijk nooit alleen laten. Zorg in ieder geval voor een flinke voorraad aanmaakhout van diverse dikten en neem de tijd voor een zorgvuldige opbouw van het vuur.

Het is verstandig om heel klein te beginnen en verschillende soorten brandhout bij de hand te hebben . Zelfs als het vuur al brandt moet het nieuwe hout er voorzichtig bijgelegd worden, zodat de lucht er goed bij kan en de vlammen telkens nieuw voedsel vinden. Zelfs bij het natste weer zullen de takjes, die onder een boom of bladerdek liggen, nog droog zijn. Het beste aanmaakhout bestaat uit kleine, droge takjes, bij voorkeur van een zachte houtsoort, of eentje die hars bevat, omdat dat snel ontbrandt.  Als je alleen maar nat hout hebt, omdat het al erg lang buiten ligt, dan kan je het splijten. Meestal is het binnenste nog wel droog. Door het hout erg klein te splijten, krijg je goede aanmaakhoutjes.

Ook bij het maken van een kampvuur moet je goed op de veiligheid letten.

  • Kijk goed naar de grondsoort waarop je het vuur maakt, bijvoorbeeld geen gras maar zandgrond.
  • Let goed op dat er geen jongeren kinderen te dicht bij het kampvuur komen.
  • Zorg dat er blusmateriaal in de buurt is, zoals een emmer water of een brandblusser.
  • Gooi behalve droog hout niets anders op het vuur! Dus geen vloeistoffen, dennennaalden, bladeren of papier.
  • En laat het vuur nooit onbeheerd achter.

Hakken en zagen

Voordat je kunt beginnen met hakken zul je een aantal dingen moeten weten. Allereerst moet je de veiligheidsregels kennen, en dat zijn er een heleboel. Een aantal van die regels zijn:

  • Controleer voor het hakken de bijl: Zit de kop goed vast? Is de bijl nog scherp? Is de steel niet gebarsten?
  • Let goed op dat er niemand te dichtbij staat wanneer je begint met hakken
  • Let goed op dat er tijdens het hakken niemand langs je heen loopt of te dichtbij komt staan

Als je geen hakinsigne hebt, mag je bij ons alleen oefenen met hakken onder toezicht van de leiding. Je mag nooit zelf een zaag of een bijl uit de bijlenkist pakken zonder dat je daar toestemming voor hebt gekregen. Als je al een hakinsigne hebt mag je het bos in om te hakken, maar begin nooit zonder toestemming van de leiding aan een groot ‘project’. Waar je aan begint moet je ook afmaken, en je moet zorgen dat alles netjes is opgeruimd na het hakken. Zorg goed voor het materiaal. Laat bijlen of zagen nooit ergens onbeheerd slingeren!

Technieken om te hakken kun je niet leren door een tekst te lezen, dit zul je echt moeten oefenen. Hiervoor krijg je de kans tijdens het jaarlijkse winterkampen en tijdens de opkomsten daar rondomheen.

Teksten & afbeeldingen: Scoutpedia.nl en Willaer.nl